1. Familie Herlin / Heerlien / Herlijn / Herlyn

Reinolt de Vos van Steenwijk + Aleyt (Adelheid) van Putten

2 Kinder

Eltern Großeltern

Informationen zur Familiengruppe
Heirat um 1390

Veröffentlichung: Groningen 1844
Text:
S. I "Langs meer dan éénen weg, ook uit eenige voor handene oude charters, was het ons bekend, dat, nu ongeveer vierhonderd en vijftig jaar geleden, een jongere zoon uit het geslacht DE VOS VAN STEENWIJK met eene dochter uit de aanzienlijke, magtige en rijke familie der Ridders VAN PUTTEN, in Gelderland, door den echt werd verbonden en door dat huwelijk de stamvader is geworden van eenen tak van het eerstgenoemde geslacht, welke slechts ééne eeuw, namelijk van het jaar 1420 tot het jaar 1524, in het Kwartier van de Veluwe heeft gebloeid. In het eerstgemelde jaar werd REINALD DE VOS van STEENWIJK met Putten en deszelfs aanhoorig heden beleend en in het laatstgenoemde kwam dat riddergoed, door het huwelijk zijner achterklein dochter, MARGRIET DE VOS VAN STEENWIJK TOT PUTTEN, met OTTO VAN HAEFTEN, aan het geslacht van dezen naam" S. XXXIII "In eene oorspronkelijke oorkonde van het jaar 1416, waarbij REINOLD DE VOS VAN STEENWIJK, gehuwd aan ALEID VAN PUTTEN"
Veröffentlichung: Groningen 1844
Text:
S. XXXIII / IV "In eene oorspronkelijke oorkonde van het jaar 1416, waarbij REINOLD DE VOS VAN STEENWIJK, gehuwd aan ALEID VAN PUTTEN, aan het Convent te Assen, »voer de prouende synre dochter HERBRAND» of HERBRANDE,” welke in het gezegde Convent als non was opgenomen, overdraagt sess mudde wyn terrogghen, Groninger maete, jaerlix to boeren vyt den deel syns tendens tot Schoenloe, in den kerspel van Rolde,” schrijft hij zich REYNOLT VAN STEENWYC, anders gheheten DE voss;” terwijl zijn broeder HENDRIK, in eenen orspronkelijken openen brief van het jaar 1428, houdende overdragt van tienden in de tegenwoordige gemeenten de Wijk, Ruinerwold, Meppel en Zuidwolde aan den Abt en de Kloosterlingen te Dickenyngen, aan zich – zelven bij afwisseling de namen van HENRIG DE vos VAN STEENWYC en van HENRIC DE VOS, en aan zijnen neef AREND DE vos VAN STEENWYC zoo wel dezen naam als dien van AREND DE VOS geeft. In ditzelfde charter wordt bovendien vermeld, dat AREND VAN STEENWYC, de zoon van den genoemden leenman ROLOF of REELOF VAN STEENWYC, die dezen zijnen vader in deszelfs leenen is opgevolgd, een neef van HENRIG DE VOS VAN STEENWYG of HENRIC DE VOS, en diensvolgens ook van REINOLD en van hunner beiden overige broeders is geweest. REINOLD noemt zich, in eene oorspronkelij te akte van het jaar 1431, waarbij hij uit de gemelde tienden almede vier mud winterrogge 'sjaars bespreekt aan het Klooster te Assen, voer de prouende MEGHTILDIs, synre dochter,” welke ook in dat gesticht den sluijer had aangenomen, nogmaals REYNOLT VAN STEENWYC, anders gheheten DE vos;..."
Letzte Änderung 14. November 202309:12:34

von: Hermann Heinrich Janssen